De crisis in Turkije heeft beleggers nerveus gemaakt, en dat heeft in de AEX geleid tot een verlies van zo’n 20 punten sinds de meest recente top die eind juli werd neergezet. Nu is een daling van nog geen 4 procent niet iets waar aandelenbeleggers wakker van zouden moeten liggen, dat soort bewegingen op de korte termijn hoort erbij.
Beleggers vragen zich wel af of deze kleine correctie een instapmoment is, of het begin van het einde van de rally waar de beurzen al meer dan twee jaar inzitten.
Want wie de grafiek van de AEX (en die van veel andere aandelenindices) van een wat groter afstand bekijkt, ziet dat aandelenkoersen al sinds begin 2016 aan een sterke opmars bezig zijn. De AEX stond toen nog iets onder de 400 punten, nu is daar ruim 40 procent bijgekomen. Tel daar nog een paar procent dividend bij, en het is duidelijk dat het rendement op aandelen in de voorbije 2,5 jaar fantastisch was.
Volgens technische analisten is de meerjarige uptrend pas gebroken als de AEX onder 543 zakt, maar zijn er intussen wel ‘meerdere korte uptrendjes’ beëindigd. Het is voor beleggers echter meestal verstandiger naar de economische omstandigheden te kijken, en naar de prestaties van de bedrijven waarin wordt belegd.
Momenteel zijn het vooral de economische problemen van Turkije en steeds terugkerende oprispingen van de handelsoorlog die president Donald Trump van de Verenigde Staten lijkt te willen ontketenen met China. Hierdoor worden beleggers wereldwijd meer risicomijdend, terwijl het vertrouwen in met name de opkomende markten afneemt.
Een van de grootste Nederlandse beleggers, NN Investment Partners (NNIP), onderdeel van NN Group, bracht bijvoorbeeld deze week haar positie in aandelen van ‘overwogen’ naar neutraal. Het Multi Asset team van NNIP ziet naast de Turkije-crisis ook andere factoren die de aandelenmarkten kunnen drukken. Voorbeelden die NNIP noemt zijn minder gunstige winstontwikkelingen bij bedrijven, zwakke sentimentsindicatoren en geopolitieke risicofactoren, zoals de brexit en de Italiaanse begrotingsonderhandelingen.
De Europese Centrale Bank (ECB) speelde volgens NNIP een belangrijke rol in de toename van de risicoaversie door te wijzen op de omvang van de exposure van diverse banken naar Turkije. Dit duwde aandelenmarkten naar beneden. De bankensector had zichtbaar last van de uitingen door de ECB. De blootstelling van de banksector aan Turkije blijft echter beperkt tot een paar banken in Spanje, Italië en Frankrijk en is naar verwachting beheersbaar, stelt de belegger van NN Group.
NNIP wijst wel op een paar andere ontwikkelingen die voor beleggers misschien wel zorgwekkender zijn. Bij het Amerikaanse Congres ligt een door de twee partijen opgesteld wetsvoorstel dat de kans op nieuwe en vergaande sancties tegen Rusland groter maakt. Bovendien kan het risico van een escalerende handelsoorlog tussen de VS en China of Europa op elk moment weer de kop opsteken. Het feit dat de tussentijdse verkiezingen in de VS naderen, maakt de uitkomst minder voorspelbaar.
NNIP is wel vrij optimistisch over de opkomende markten. De opkomende landen buiten Turkije zijn volgens NNIP relatief gezond en niet per definitie gevoelig voor de Turkse problemen. China is hier vooral van belang, want dat land is er in de afgelopen jaren in geslaagd om het risico in zijn financiële systeem te verminderen en is nog maar net begonnen met het versoepelen van het economisch beleid. De correctie die nu plaatsvindt in opkomende markten zal leiden tot meer aantrekkelijke waarderingen, stelt NNIP.
Er is dus een handvol factoren dat momenteel het beurssentiment drukt en er zijn ook lichtpuntjes. Maar ‘climbing a wall of worry’, dat is wat beleggers in aandelen wel vaker doen. Er zijn altijd wel redenen te vinden waarom de markt zou kunnen gaan dalen. Maar dat is precies de reden dat verschaffers van risicodragend kapitaal op de lange duur beloond worden in de vorm van een hoger gemiddeld rendement. Het woord gemiddeld is daarbij natuurlijk cruciaal. Op de korte termijn laten aandelenbeurzen zich niet voorspellen, op de lange termijn blijkt dat de belegger er vaak het beste aan doet zijn aandelenposities in gezonde bedrijven gewoon vast te houden.